Belangrijk: Om een administratie aan te maken of terug te zetten in Client/server modus is het noodzakelijk dat u werkt vanuit de server en dat u voldoende rechten heeft om te schrijven in de ProgramData map en om Windows services te registreren. Raadpleeg altijd uw systeembeheerder en onze speciale instructies voor gebruik van de Client/server modus.

 

De databaseserver dient per administratie opgestart te worden. Dus voor elke administratie dient er een database server te draaien op de server(computer).

Bij het aanmaken van een administratie krijgt deze een uniek ID. Dit ID wordt getoond bij het aanmaken van de administratie en kan later terug gevonden worden in het bestand lvadmin.ini dat zich in de administratiemap bevindt. In dit bestand staat betreffend ID vermeld achter “AdminID=”.

De databaseserver kan op 2 manieren opgesrtart worden, namelijk als:

 

Starten als een normale Windows applicatie

 

De databaseserver dient als volgt opgestart te worden:

“[Installatiesmap]\lvedbsrvr.exe” /name=[AdminID]

Waarbij [Installatiemap] vervangen dient te worden door het pad naar de map waar u het programma geïnstalleerd heeft (op de server), en [AdminID] door de acht-cijferige ID van de administratie. Bijvoorbeeld:

" C:\Program Files (x86)\LogiVert\LogiVert 6\lvedbsrvr.exe" /name=24838594

Het is aan te raden om de databaseserver voor veel gebruikte administraties automatisch op te laten starten bij het opstarten van de server. Hierdoor zijn ze altijd beschikbaar voor gebruik door de clients. Informeer bij uw systeembeheerder om dit in te stellen voor uw server.

 

Starten als een Windows Service

 

De databaseserver dient als volgt als service geïnstalleerd en opgestart te worden op uw server:

Indien u de service wilt deinstalleert dan doet u dat als volgt via de command-line:
“[Installatiesmap]\lvedbsrvr.exe” /uninstall /name=[AdminID]